(voor 12 personen)
Lapskous, het wordt ook wel geschreven als labskous, hoort thuis in het hoofdstuk stevige zeemanskost. In Skandinavië kun je het zelfs in blik kopen in twee soorten een donkere (Brun Labskovs) en een lichte (Labskovs). Moeilijk te maken is het niet. In zijn meest simpele vorm mik je alle ingrediënten, in grove stukken gesneden, in een grote pan, vullen met water, anderhalf uur laten koken en klaar is het. Maagvullend is het dan zeker, maar het is wat flauw van smaak. Om de smaak wat te verbeteren fruiten wij een deel van de ingrediënten eerst aan.
Ingrediënten
1,5 kilo rundvlees (bijvoorbeeld borstlappen), 2 kilo aardappelen, 6 dikke uien, 1 liter water, zout en peper, 4 laurierblaadjes, 2 eetlepels boter om in te bakken, (eventueel wat fijngehakte peterselie).
Bereiding
Snijdt het vlees in grove dobbelstenen en bestrooi het met zout en peper, snipper de uien grof, schil de aardappels en snijdt ze in stukken. Smelt in een grote pan de boter. Bak zodra het vet uitgebruist is het vlees aan alle kanten bruin. voeg vervolgens de ui toe en laat deze even kleur aannemen. De aardappelen mogen er nu bij, 1 à 2 theelepels zout, nog wat extra peper, het laurierblad en het water. Laat alles aan de kook komen en kook het in circa twee uur op een klein vuur gaar. Breng voor het opdienen de lapskous nog op smaak met zout en peper en wat fijngesneden peterselie. Bij dit gerecht kun je eventueel rode bietjes uit het zuur eten. In Denemarken serveren ze er ook grof roggebrood en boter bij.